NJ 2011/224
Bedreiging met misdrijf gericht tegen een ander dan de bedreigde persoon.
HR 25-01-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO3400, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 januari 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
09/00777
- Conclusie
A-G Knigge
- Noot
N. Keijzer
- LJN
BO3400
- JCDI
JCDI:ADS96501:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO3400, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑01‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO3400, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑10‑2009
- Wetingang
Sr art. 285
Essentie
Voor een veroordeling ter zake van bedreiging met enig in art. 285 Sr genoemd misdrijf is niet vereist dat dat misdrijf is gericht tegen de bedreigde persoon zelf.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 22 januari 2009, nummer 21/001153-08, in de strafzaak tegen: J. Adv. mr. B. Kizilocak en mr. J.M. Lintz, beiden te Rotterdam.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddelen:
Middel I
Het recht is geschonden en/of er zijn vormen verzuimd waarvan de niet-naleving nietigheid meebrengt. In het bijzonder zijn de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.