Einde inhoudsopgave
Elektriciteitswet 1998
Artikel 77i
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Energierecht (V)
1.
De Autoriteit Consument en Markt kan in geval van overtreding van het bepaalde bij of krachtens:
- a.
de artikelen 4a, derde lid, 10, zesde en zevende lid, 10Aa, achtste lid, 9h, 11b, derde lid, 12, eerste en tweede lid, 15, negende lid 16, eerste lid, onderdelen g, k en l, tweede lid, onderdeel g, en zestiende lid, 16a, 17, vierde lid, 18, 19b, 19c, 19d, 19e, 21, negende lid, tweede volzin, 24, tweede lid, 24a, 26ad, elfde lid, 26ae, twaalfde en veertiende lid, 38, derde lid, 39, 42, derde lid, 68, tweede lid, 71, 78, tweede lid, 95b, tweede en achtste lid, 95e, 95k, 95l en 95o en de artikelen 8, 9 en 15 van verordening 1227/2011, de overtreder per overtreding een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 900.000 of, indien dat meer is, 1% van de omzet van de overtreder, en
- b.
de artikelen 10a, eerste en tweede lid, 10Aa, achtste lid, 10b, tweede tot en met vijfde lid, 11, eerste lid, 11a, tweede lid, 11b, eerste en tweede lid, 15a, tweede lid, artikel 16, eerste lid, onderdelen a tot en met f, h, i, j, n en o, derde, vierde, zesde en vijftiende lid, 17, eerste tot en met derde lid, 17a, 17b, 17c, eerste tot met vierde lid, 18a, 19, 20, tweede lid, 21, 23, 24, eerste en derde lid, 24Aa, 26ab, 26ac, 26ad, eerste tot en met vierde lid, 26ae, eerste tot en met vierde lid, zesde, zevende en negende lid, 31, eerste lid, 31b, 36, 37, 39, 43, 55, 56, tweede lid, 57, derde en vierde lid, 68, eerste lid, 79, eerste en tweede lid, 84, 86, eerste, tweede en vierde lid, 86d, 86e, 93b, 95a, eerste lid, 95b, eerste en vijfde lid, 95ca, 95cb, eerste, tweede, vijfde en zesde lid, 95f, tweede lid en 95m, de artikelen 3, 4 en 5 van verordening 1227/2011 en besluiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel d, van verordening 2019/942, de overtreder per overtreding een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 900.000 of, indien dat meer is, 10% van de omzet van de overtreder.
2.
De bestuurlijke boete die ingevolge het eerste lid, onderdelen a en b, ten hoogste kan worden opgelegd wordt verhoogd met 100%, indien binnen een tijdvak van vijf jaar voorafgaand aan de dagtekening van het van de overtreding opgemaakte rapport, bedoeld in artikel 5:48, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, een aan die overtreder voor een eerdere overtreding van eenzelfde of een soortgelijk wettelijk voorschrift opgelegde bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden.