NJ 2016/359
Cassatie. Verplichte procesvertegenwoordiging door advocaat bij de Hoge Raad (art. 407 lid 3 Rv); voorwaardelijke inschrijving als ‘advocaat bij de Hoge Raad’; gevolgen verval van aantekening ‘advocaat bij de Hoge Raad’; schorsing geding van rechtswege (art. 226 Rv) en wijze hervatting geding; overeenkomstige toepassing in verzoekschriftprocedures.
HR 05-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1389
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 juli 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/02744
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124193:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2828, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1223, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2016
ECLI:NL:HR:2016:1389, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:523, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑05‑2016
- Wetingang
Essentie
Cassatie. Verplichte procesvertegenwoordiging door advocaat bij de Hoge Raad (art. 407 lid 3 Rv); voorwaardelijke inschrijving als ‘advocaat bij de Hoge Raad’; gevolgen verval van aantekening ‘advocaat bij de Hoge Raad’; schorsing geding van rechtswege (art. 226 Rv) en wijze hervatting geding; overeenkomstige toepassing in verzoekschriftprocedures.
In dit geval berustte de aantekening ‘advocaat bij de Hoge Raad’ van de in de dagvaarding aangewezen advocaat bij de Hoge Raad op een voorlopige inschrijving op de voet van de Verordening vakbekwaamheidseisen civiele cassatieadvocatuur. De voorlopige inschrijving had een geldigheidsduur van twee jaar. Uitgangspunt moet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.