Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie
Artikel 114 Handelsverkeer met gebieden met een bijzonder fiscaal regime
Geldend
Geldend vanaf 31-07-2018
- Bronpublicatie:
16-05-2018, PbEU 2018, L 192 (uitgifte: 30-07-2018, regelingnummer: 2018/1063)
- Inwerkingtreding
31-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-05-2018, PbEU 2018, L 192 (uitgifte: 30-07-2018, regelingnummer: 2018/1063)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 1, lid 3, van het wetboek)
1.
De lidstaten passen de artikelen 115 tot en met 118 van deze verordening en de artikelen 133 tot en met 152 van het wetboek toe op Uniegoederen die worden overgebracht vanuit een gebied met een bijzonder fiscaal regime naar een ander deel van het douanegebied van de Unie dat geen gebied met een bijzonder fiscaal regime is en niet in dezelfde lidstaat is gelegen, of omgekeerd.
2.
Wanneer Uniegoederen worden verzonden van een gebied met een bijzonder fiscaal regime naar een ander deel van het douanegebied van de Unie dat geen gebied met een bijzonder fiscaal regime is, maar wel in dezelfde lidstaat is gelegen, worden zij onmiddellijk bij aankomst in dat andere deel van het douanegebied van de Unie bij de douane aangebracht. Mits de douaneautoriteit van de betrokken lidstaat daarvoor goedkeuring heeft gegeven, mogen de goederen evenwel vóór hun vertrek uit het gebied met een bijzonder fiscaal regime bij het aangewezen douanekantoor of een andere door die douaneautoriteit aangewezen of goedgekeurde plaats worden aangebracht.
De goederen worden bij de douane aangebracht door de persoon die de goederen naar het andere deel van het douanegebied overbrengt of door de persoon in wiens naam of voor wiens rekening de goederen naar dat andere deel van het douanegebied van de Unie worden overgebracht.
3.
Wanneer Uniegoederen worden verzonden van een deel van het douanegebied van de Unie dat geen gebied met een bijzonder fiscaal regime is, naar een gebied met een bijzonder fiscaal regime binnen dezelfde lidstaat, worden zij onmiddellijk bij aankomst in het gebied met een bijzonder fiscaal regime bij de douane aangebracht. Mits de douaneautoriteit van de betrokken lidstaat daarvoor goedkeuring heeft gegeven, mogen de goederen evenwel vóór hun vertrek op de plaats van verzending bij het aangewezen douanekantoor of een andere door die douaneautoriteit aangewezen of goedgekeurde plaats worden aangebracht.
De goederen worden aangebracht door de persoon die de goederen naar het gebied met een bijzonder fiscaal regime overbrengt of door de persoon in wiens naam of voor wiens rekening de goederen naar het gebied met een bijzonder fiscaal regime worden overgebracht.
4.
De in de leden 2 en 3 bedoelde Uniegoederen zijn uitsluitend onderworpen aan de douanebepalingen in overeenstemming met artikel 134 van deze verordening.