RvdW 2013/40
Exequaturverzoek onder EEX-Verordening; veroordeling tot betaling van het dwangmiddel “Ordnungsgeld” in zin van § 890 ZPO (“boetebeslissing”); “belanghebbende partij” in zin art. 38 EEX-Vo; vervolgarrest na prejudiciële beslissing HvJEU 18 oktober 2011. Proceskostenveroordeling ex art. 1019h Rv; art. 14 Handhavingsrichtlijn; maatstaf.
HR 14-12-2012, ECLI:NL:HR:2012:BX7456 (Realchemie Nederland/Bayer CropScience)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 december 2012
- Magistraten
Mrs E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, M.A. Loth, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
08/02175
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- LJN
BX7456
- Roepnaam
Realchemie Nederland/Bayer CropScience
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Intellectuele-eigendomsrecht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht / Europees intellectuele-eigendomsrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BX7456, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑12‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BX7456, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑12‑2012
ECLI:NL:HR:2009:BJ1253, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑10‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ1253, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑08‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑05‑2008
- Wetingang
Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (Handhavingsrichtlijn) art. 14; EEX-Verordening art. 1, 38; Rv art. 1019h.
Essentie
Exequaturverzoek onder EEX-Verordening; veroordeling tot betaling van het dwangmiddel “Ordnungsgeld” in zin van § 890 ZPO (“boetebeslissing”); “belanghebbende partij” in zin art. 38 EEX-Vo; vervolgarrest na prejudiciële beslissing HvJEU 18 oktober 2011. Proceskostenveroordeling ex art. 1019h Rv; art. 14 Handhavingsrichtlijn; maatstaf.
De vraag of een boetebeslissing van de Duitse rechter en het daarop voortbouwende “Kostenfestsetzungsbeschluss”, ondanks de daaraan verbonden publiekrechtelijke kenmerken, valt binnen het materiële toepassingsgebied van de EEX-Verordening is door HvJEU 18 oktober 2011, zaak C-406/09, NJ 2012/19, m.nt. M.V. Polak bevestigend beantwoord naar aanleiding van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.