NJ 2014/259
Toereikende motivering opname in zorginstelling als bijzondere voorwaarde.
HR 22-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:973, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 april 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
13/00440
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Noot
Red. Aant.
- JCDI
JCDI:ADS161853:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:973, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:322, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑03‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑07‑2013
- Wetingang
Art. 14c Sr; art. 359 lid 6 Sv
Essentie
Art. 359 lid 6 Sv noopte het hof niet tot nadere motivering van het stellen van de bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich laat opnemen in een zorginstelling cfm art. 14c lid 2 aanhef en onder 10° Sr.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 29 januari 2013, nummer 21/004105-12, in de strafzaak tegen W. Adv. mr. E.H. Bokhorst, te Veenendaal.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie 2.1; red.)
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.J.M. Machielse:
1.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft verdachte op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.