Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2020/1783 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken (bewijsverkrijging)
Artikel 11 Aanvulling van het verzoek
Geldend
Geldend vanaf 22-12-2020
- Bronpublicatie:
25-11-2020, PbEU 2020, L 405 (uitgifte: 02-12-2020, regelingnummer: 2020/1783)
- Inwerkingtreding
22-12-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2020, PbEU 2020, L 405 (uitgifte: 02-12-2020, regelingnummer: 2020/1783)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
1.
Indien het aangezochte gerecht op grond van artikel 9, lid 1, op het ontvangstbewijs aantekent dat het verzoek niet voldoet aan de in de artikelen 6 en 7 gestelde voorwaarden, of indien het het verzoekende gerecht er op grond van artikel 10 van in kennis heeft gesteld dat het verzoek niet kan worden uitgevoerd omdat het niet alle in artikel 5 bedoelde gegevens bevat, vangt de in artikel 12 bedoelde termijn aan wanneer het aangezochte gerecht het correct aangevulde verzoek heeft ontvangen.
2.
Wanneer het aangezochte gerecht overeenkomstig artikel 22, lid 3, om een deposito of voorschot heeft verzocht, vangt de in artikel 12 bedoelde termijn aan wanneer het deposito of voorschot is gestort.