RvdW 2016/332
Verzekering. Art. 7:942 lid 2 (oud) BW; verjaring rechtsvordering tot uitkering; vereisten voor aanvang nieuwe verjaringstermijn na stuiting; gelden deze vereisten bij iedere volgende stuiting binnen verjaringstermijn? Wetsgeschiedenis; strekking; systeem van de wet.
HR 26-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:335 (X/ASR)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 februari 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/05817
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Roepnaam
X/ASR
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Vermogensrecht (V)
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:335, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2222, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑10‑2014
- Wetingang
Art. 7:942 (oud) BW
Essentie
Verzekering. Art. 7:942 lid 2 (oud) BW; verjaring rechtsvordering tot uitkering; vereisten voor aanvang nieuwe verjaringstermijn na stuiting; gelden deze vereisten bij iedere volgende stuiting binnen verjaringstermijn? Wetsgeschiedenis; strekking; systeem van de wet.
De eisen waaraan de verzekeraar volgens lid 2 van het tot 1 juli 2010 geldende art. 7:942 (oud) BW moet voldoen om te bewerken dat een nieuwe verjaringstermijn overeenkomstig lid 3 begint te lopen, gelden – gelet op de wettekst, de wetsgeschiedenis, de strekking van deze bepaling en het systeem van de wet – niet alleen nadat de verzekerde voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.