Einde inhoudsopgave
Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames
Artikel 7 [Aanmerking als vitale aanbieder]
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2023
- Bronpublicatie:
18-05-2022, Stb. 2022, 215 (uitgifte: 10-06-2022, kamerstukken: 35880)
- Inwerkingtreding
01-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-05-2023, Stb. 2023, 174 (uitgifte: 31-05-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht (V)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
Als vitale aanbieder op het gebied van transport van warmte wordt een onderneming aangemerkt die geheel van tot elkaar behorende en met elkaar verbonden leidingen, bijbehorende installaties en overige hulpmiddelen ten behoeve van het transport van warmte dat van belang is voor de regionale warmtevoorziening vanaf de aansluiting op het warmtetransportnet van een warmtebron naar de aansluitingen op het warmtetransportnet van afnemers van warmte van een warmtetransportnet en de warmtetransportaansluitingen van warmtenetten, verzorgt.
2.
Als vitale aanbieder op het gebied van kernenergie wordt een onderneming aangemerkt die:
- a.
houder is van een vergunning als bedoeld in artikel 15, onderdeel b, van de Kernenergiewet; of
- b.
op wie het Geheimhoudingsbesluit Kernenergiewet of het Toepassingsbesluit 24 september 1971/nr.671/524 (Stcrt. 1971, nr. 187 en Stcrt. 1989, nr. 52) van toepassing is.
3.
Als vitale aanbieder op het gebied van luchtvervoer wordt aangemerkt:
- a.
de exploitant van de luchthaven Schiphol, bedoeld in artikel 8.1b, van de Wet luchtvaart;
- b.
een gebruiker als bedoeld in artikel 8.1b van de Wet luchtvaart, voor zover het betreft de Luchthaven Schiphol, die beschikt over:
- 1°
een door Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat afgegeven exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PbEU 2008, L 293), en artikel 16a van de Luchtvaartwet, en
- 2°
ten minste één derde van de jaarlijks beschikbare slots, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van Verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van ‘slots’ op communautaire luchthavens (PbEG 1993, L 14); of
- c.
een verlener van grondafhandelingsdiensten als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Regeling grondafhandeling luchtvaartterreinen die op de Luchthaven Schiphol:
- 1°
verantwoordelijk is voor de inrichting voor de opslag, de overslag en het tanken van vliegtuigbrandstof,
- 2°
bedrijfsbrandweerplichtig is als bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de Wet veiligheidsregio’s, en
- 3°
beschikt over een inrichting als bedoeld in artikel 1 van het Besluit risico's zware ongevallen 2015.
4.
Als vitale aanbieder in het havengebied wordt een onderneming aangemerkt waarvan de havenmeester gemandateerd is voor de nautische veiligheid in de haven Rotterdam op basis van onder meer de Scheepvaartverkeerswet.
5.
Als vitale aanbieder op het gebied van het bankwezen wordt een onderneming aangemerkt die een bank is als bedoeld in artikel 17d, onderdeel a, van het Besluit prudentiële regels Wft.
6.
Als vitale aanbieder op het gebied van infrastructuur voor de financiële markt wordt een onderneming aangemerkt die een exploitant is van een handelsplatform in Nederland, waarop ten minste de helft van de eerste toelating of verhandeling van effecten als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht plaatsvindt, gerekend naar de totale nominale waarde van de eerste toelating of verhandeling van effecten in Nederland over de afgelopen twaalf maanden.
7.
Voor de toepassing van het zesde lid wordt verstaan onder:
- a.
een handelsplatform in Nederland: een handelsplatform als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht dat in Nederland wordt beheerd of geëxploiteerd door een persoon met zetel in Nederland die het op grond van die wet is toegestaan in Nederland een georganiseerde handelsfaciliteit of een multilaterale handelsfaciliteit als bedoeld in artikel 1:1 van die wet te exploiteren of die het op grond van de artikelen 5:26 en 5:27 van die wet is toegestaan in Nederland een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 1:1 van die wet, te exploiteren of te beheren;
- b.
eerste toelating of verhandeling: de eerste maal dat een effect wordt toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht of een daarmee vergelijkbaar systeem of de eerste maal dat een effect wordt verhandeld op een handelsplatform als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht of een daarmee vergelijkbaar systeem.
8.
Als vitale aanbieder op het gebied van infrastructuur voor de financiële markt wordt verder aangemerkt:
- a.
een centrale tegenpartij als bedoeld in artikel 2, punt 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PbEU 2012, L 201), met zetel in Nederland;
- b.
een clearinginstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, die over een vergunning als bedoeld in artikel 2:4, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht beschikt en die binnen Nederland en grensoverschrijdend in totaliteit meer dan 1 miljard transacties per jaar afwikkelt;
- c.
een financiële onderneming als bedoeld in artikel 1:1, van de Wet op het financieel toezicht, die over een door de Europese Centrale Bank of De Nederlandsche Bank verleende vergunning als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht, beschikt en die bij de uitoefening van het bedrijf van clearinginstelling binnen Nederland en grensoverschrijdend in totaliteit meer dan 1 miljard transacties per jaar afwikkelt;
- d.
een afwikkelonderneming als bedoeld in artikel 1:1 juncto art. 2:3.0b van de Wet op het financieel toezicht;
- e.
een centraal instituut met zetel in Nederland.
9.
Als vitale aanbieder op het gebied van winbare energie wordt een onderneming aangemerkt die:
- a.
de houder is van de winningsvergunning Groningenveld, bedoeld in artikel 52a van de Mijnbouwwet; of
- b.
is aangewezen krachtens artikel 10a, vijftiende lid, van de Gaswet.
10.
Als vitale aanbieder op het gebied van gasopslag wordt een onderneming aangemerkt die:
- a.
de houder is van een vergunning, bedoeld in artikel 25 van de Mijnbouwwet;
- b.
op grond van artikel 9a van de Gaswet is aangewezen als beheerder van een gasopslaginstallatie.
11.
Andere categorieën vitale aanbieders dan die als bedoeld in de voorgaande leden kunnen bij algemene maatregel van bestuur worden aangewezen. De voordracht voor deze algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan de beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
12.
Na de plaatsing in het Staatsblad van een krachtens het elfde lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt een voorstel van wet tot regeling van het betrokken onderwerp zo spoedig mogelijk bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingediend. Indien het voorstel wordt ingetrokken of indien een van de beide Kamers der Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur onverwijld ingetrokken. Wordt het voorstel tot wet verheven, dan wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken op het tijdstip van inwerkingtreding van die wet.