Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 366 [Mededeling van vonnis uitgesproken buiten aanwezigheid van verdachte]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2013
- Bronpublicatie:
28-02-2013, Stb. 2013, 85 (uitgifte: 12-03-2013, kamerstukken: 33355)
- Inwerkingtreding
01-10-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-06-2013, Stb. 2013, 268 (uitgifte: 02-07-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
1.
De officier van justitie doet de mededeling van het vonnis dat de beslissing van de rechtbank op grond van artikel 349, 351 of 352, tweede lid, bevat en dat buiten de aanwezigheid van de verdachte is uitgesproken, zo spoedig mogelijk aan hem betekenen.
2.
Deze mededeling wordt niet gedaan
- a.
aan de verdachte aan wie de dagvaarding of aan wie de oproeping voor de nadere terechtzitting na schorsing van het onderzoek voor onbepaalde tijd, in persoon is betekend,
- b.
aan de verdachte die op de terechtzitting of op de nadere terechtzitting aanwezig is geweest,
- c.
indien zich anderszins een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de dag van de terechtzitting dan wel die van de nadere terechtzitting de verdachte tevoren bekend was.
3.
De mededeling vermeldt de rechter die het vonnis heeft gewezen, de dagtekening van het vonnis, de benaming van het strafbaar feit met vermelding van de plaats en het tijdstip waarop het zou zijn begaan, en voor zoveel in het vonnis vermeld, naam en voornamen, geboortedatum en -plaats, en de woon- of verblijfplaats van de verdachte.
4.
Indien de verdachte de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst, wordt hem tevens een schriftelijke vertaling van de mededeling in een voor hem begrijpelijke taal verstrekt.