RAR 2021/26
Discriminatieverbod. Maken de bepalingen van de cao over samenloop van vakantieverlof met zwangerschaps- en bevallingsverlof ongerechtvaardigd onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers?
HR 06-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1748
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 november 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
20/01531
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS251753:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1748, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:889, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑09‑2020
- Wetingang
Essentie
Collectieve arbeidsovereenkomst. Discriminatieverbod. Zwangerschap. Prejudiciële vragen.
Maken de bepalingen van de Cao Voortgezet Onderwijs over samenloop van het vakantieverlof met het zwangerschaps- en bevallingsverlof ongerechtvaardigd onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers?
Samenvatting
Werknemer is sinds 2015 als docent in dienst van het Rijnlands Lyceum. Op haar arbeidsovereenkomst is de Collectieve arbeidsovereenkomst voor het voortgezet onderwijs (de 'CAO-VO') van toepassing. De CAO-VO 2016-2017 en CAO-VO 2018-2019 bevatten bepalingen (art. 15 in 2016-2017 en art. 14 in 2018-2019) over vakantieverlof. In lid 1 van deze bepalingen is opgenomen dat werknemers gedurende de schoolvakanties en vijf extra vastgestelde dagen vakantieverlof genieten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.