NJB 2022/298
Zorgmachtiging. Bereidheid zich te doen horen. Hoge Raad: Nu de rechtbank niet heeft vastgesteld dat betrokkene niet in staat of niet bereid was zich te doen horen, had zij de behandeling van het verzoek moeten aanhouden.
HR 21-01-2022, ECLI:NL:HR:2022:59
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 januari 2022
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/04178
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:59, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑01‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1141, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑10‑2021
- Wetingang
Essentie
Zorgmachtiging. Bereidheid zich te doen horen. Hoge Raad: Nu de rechtbank niet heeft vastgesteld dat betrokkene niet in staat of niet bereid was zich te doen horen, had zij de behandeling van het verzoek moeten aanhouden.
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. J.A.J. Leeman, vs. de officier van justitie, niet verschenen.
Uitspraak
Procesverloop
In dit geding heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging. Bij de mondelinge behandeling is betrokkene niet verschenen. Het proces-verbaal vermeldt dat uit telefonisch contact met de moeder van betrokkene is gebleken dat hij op dat moment in Zwitserland verbleef. De rechtbank heeft een zorgmachtiging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.