NJB 2013/400
Het onrechtmatig niet vernietigen van in een zaak verkregen DNA-informatie, levert in een andere zaak geen vormverzuim op als bedoeld in art. 359a Sv. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan buiten het kader van art. 359a Sv bewijsuitsluiting vanwege vormverzuimen plaatshebben. Onrechtmatigheden als voormelde kunnen daartoe niet leiden. Aldus kan, wanneer beroep erop wordt gedaan dat sprake is van zulke onrechtmatigheden, de rechter een onderzoek daarnaar achterwegen laten.
HR 29-01-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY2814
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 januari 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, W.F. Groos, Y. Buruma en V. van den Brink
- Zaaknummer
11/04579
- LJN
BY2814
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BY2814, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BY2814, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑01‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑09‑2011
- Wetingang
Essentie
Het onrechtmatig niet vernietigen van in een zaak verkregen DNA-informatie, levert in een andere zaak geen vormverzuim op als bedoeld in art. 359a Sv. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan buiten het kader van art. 359a Sv bewijsuitsluiting vanwege vormverzuimen plaatshebben. Onrechtmatigheden als voormelde kunnen daartoe niet leiden. Aldus kan, wanneer beroep erop wordt gedaan dat sprake is van zulke onrechtmatigheden, de rechter een onderzoek daarnaar achterwegen laten.
Partij(en)
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld voor verschillende inbraken in bedrijfspanden gepleegd in 2003, 2005 en 2007. Bij sporenonderzoek naar deze feiten is op de plaatsen delict bloed aangetroffen. Het daarvan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.