NJ 2022/209
Mensenhandel. Post Keskin. Verzoek getuige te horen afgewezen op de grond dat zij onvindbaar is gebleken. Gebruik voor het bewijs van eerder afgelegde verklaring verenigbaar met art. 6 EVRM.
HR 29-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:402, m.nt. N. Jörg
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 maart 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
20/03867
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
N. Jörg
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS653275:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:402, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:125, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑06‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑06‑2021
- Wetingang
Essentie
Mensenhandel. Post Keskin. Verzoek getuige te horen afgewezen op de grond dat zij onvindbaar is gebleken. Gebruik voor het bewijs van eerder afgelegde verklaring verenigbaar met art. 6 EVRM. De procedure in haar geheel voldoet aan het in dit artikel gewaarborgde recht op een eerlijk proces, ook zonder dat er nog andere compenserende factoren waren.
Samenvatting
Het hof heeft kennelijk geoordeeld dat er een goede reden bestond voor het niet kunnen uitoefenen van het ondervragingsrecht met betrekking tot de getuige, namelijk dat de getuige onvindbaar is gebleken. Het hof heeft de eerder door de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.