RBP 2020/83
IPR. Wanneer komt voorrang toe aan een regel van dwingend vreemd recht?
HR 18-09-2020, ECLI:NL:HR:2020:1443
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 september 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/00978
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- JCDI
JCDI:ADS247990:1
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1443, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑09‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:267, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑03‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑05‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑02‑2019
- Wetingang
Essentie
IPR. Interregionaal conflictenrecht. Voorrangsregel.
Wanneer komt voorrang toe aan een regel van dwingend vreemd recht?
Samenvatting
Een bedrijfswagen van JLA is betrokken bij een verkeersongeval waarbij een derde ernstig gewond raakt. Het ongeval vindt plaats in Saint Martin, dat is gelegen op het Franse gedeelte van Sint Maarten. JLA is daar gevestigd. De bedrijfswagen was sinds 1998 verzekerd bij Nagico, dat is gevestigd in het Antilliaanse deel van Sint Maarten. De verzekeringsovereenkomst bevat een dekkingslimiet van NAf 90.000. Nagico heeft dit bedrag aan de benadeelde betaald. De schade bedraagt een veelvoud van dit bedrag. Op vordering van het slachtoffer heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.