NJ 1948/502
Vrouwelijke substituut-griffier. Telastelegging van meineed. Noodtoestand? Onvoldoende weerlegging hiervan?
HR 01-06-1948, ECLI:NL:HR:1948:113, m.nt. Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 juni 1948
- Magistraten
Mrs. Fick, van der Meulen, Feber, Rombach, Vrij
- Zaaknummer
[01061948/NJ_1948-502]
- Conclusie
Mr. Holsteyn
- Noot
Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS165868:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1948:113, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑06‑1948
- Wetingang
(Sr. art 40; Sv. artt. 261, 358; Wet R. O. art. 48.) 1
Essentie
Vrouwelijke substituut-griffier. Telastelegging van meineed. Noodtoestand? Onvoldoende weerlegging hiervan?
Samenvatting
De stelling, dat de Nederlandse Wetgeving niet toelaat, dat vrouwen deel uitmaken van de Rechterlijke Macht, vindt geen steun in de wet, nu geen enkele wettelijke bepaling uitdrukkelijk de aanstelling van vrouwen tot leden van de Rechterlijke Macht belet.
De inleidende dagvaarding bevat voor requirante een voldoende duidelijke opgave van het telastegelegde feit, zodat zij zich tegen de aanklacht naar behoren vermocht te verdedigen, nu het in verband met de echtscheidings-procedure, waarin req. de onderhavige getuigeverklaring heeft afgelegd, req. voldoende duidelijk kon zijn in welk opzicht haar opzet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.