Einde inhoudsopgave
Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden
Artikel 23 [Onderzoek aan lichaam of kleding]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
03-04-2019, Stb. 2019, 141 (uitgifte: 12-04-2019, kamerstukken: 33844)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-10-2020, Stb. 2020, 456 (uitgifte: 18-11-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Ordening en verzekering
Penitentiair recht / TBS-inrichtingen
1.
Het hoofd van de instelling is bevoegd een verpleegde bij binnenkomst in of bij het verlaten van een instelling, voorafgaand aan of na afloop van bezoek, dan wel indien dit anderszins noodzakelijk is in het belang van de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de verpleegde voor de veiligheid van anderen dan de verpleegde of de algemene veiligheid van personen of goederen dan wel de handhaving van de orde of de veiligheid in de instelling, aan zijn lichaam of aan zijn kleding te onderzoeken.
2.
Onze Minister is bevoegd ten behoeve van het vervoer van de verpleegde hem aan zijn lichaam of aan zijn kleding te onderzoeken.
3.
Het onderzoek aan het lichaam van de verpleegde omvat mede het uitwendig schouwen van de openingen en holten van het lichaam van de verpleegde. Het onderzoek aan de kleding van de verpleegde omvat mede het onderzoek van de voorwerpen die de verpleegde bij zich draagt of met zich mee voert.
4.
Het onderzoek aan het lichaam van de verpleegde wordt op besloten plaatsen en, voor zover mogelijk, door personen van hetzelfde geslacht als de verpleegde verricht.
5.
Indien bij een onderzoek aan het lichaam of de kleding voorwerpen worden aangetroffen die niet in het bezit van de verpleegde mogen zijn is het hoofd van de instelling bevoegd deze in beslag te nemen. Deze bevoegdheid omvat mede het verwijderen van deze voorwerpen uit de openingen en holten van het lichaam voor zover dit kan plaatsvinden zonder het gebruik van hulpmiddelen. Hij draagt zorg dat deze voorwerpen, hetzij onder afgifte van een bewijs van ontvangst ten behoeve van de verpleegde worden bewaard, hetzij met toestemming van de verpleegde in diens aanwezigheid worden vernietigd, hetzij aan een opsporingsambtenaar ter hand worden gesteld met het oog op de voorkoming of opsporing van strafbare feiten.