NJ 2015/115
Gebruik IMSI-catcher o.g.v. art. 2 (oud) Politiewet 1993 en 141/142 Sv.
HR 01-07-2014, ECLI:NL:HR:2014:1562, m.nt. P.H.P.H.M.C. van Kempen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 juli 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/01277
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
P.H.P.H.M.C. van Kempen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS161958:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1562, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑07‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2782, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑01‑2013
- Wetingang
Essentie
Het gebruik van een IMSI-catcher om het geografisch gebied af te bakenen waarbinnen (de GSM van) een verdachte zich bevindt, kan o.g.v. art. 2 (oud) Politiewet 1993 en art. 141 en 142 Sv plaatsvinden indien het slechts een beperkte inbreuk maakt op grondrechten van burgers en niet zeer risicovol is voor de integriteit en beheersbaarheid van de opsporing. De toepassing van deze opsporingsmethode kan jegens de gebruiker van de telefoon onrechtmatig zijn indien zij i.v.m. de duur, intensiteit en frequentie ervan geschikt is een min of meer compleet beeld te verkrijgen van bepaalde aspecten van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.