Einde inhoudsopgave
Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel toezicht
Artikel 35 [Beheerders en beleggingsmaatschappijen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
20-11-2006, Stb. 2006, 605 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken: 30658)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2006, Stb. 2006, 664 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
De in de artikelen 2:67, tweede lid, 2:68, tweede lid en 2:69, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht bedoelde beheerders en beleggingsmaatschappijen waaraan vóór 1 september 2005 een vergunning als bedoeld in artikel 4 van de Wet toezicht beleggingsinstellingen is verleend, kunnen op basis van die vergunning hun werkzaamheden voortzetten tot 14 februari 2007. Een vóór 1 september 2005 verleende vergunning en de aan die vergunning verbonden voorwaarden worden, tot het moment dat de vergunning is verleend op grond van artikel 2:68 van de Wet op het financieel toezicht, beheerst door de Wet toezicht beleggingsinstellingen zoals deze luidde direct voorafgaand aan 1 september 2005, met dien verstande dat met betrekking tot informatieverstrekking artikel 4:61 van de Wet op het financieel toezicht van toepassing is.