RBP 2015/63
Deelgeschil. Staat cassatieberoep open tegen een uitspraak in hoger beroep dat op de voet van art. 1019cc lid 3 Rv tegen een deelgeschilbeschikking is ingesteld?
HR 19-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1689
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 juni 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/02484
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- JCDI
JCDI:ADS921583:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1689, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:21, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑05‑2014
- Wetingang
Art. 69, 398, 401a lid 2, 1019w, 1019cc lid 3, 1019aa Rv
Essentie
Deelgeschil.
Staat cassatieberoep open tegen eenuitspraak in hoger beroep dat op de voet van art. 1019cc lid 3 Rv tegen een deelgeschilbeschikking is ingesteld?
Moet het hoger beroep van een beschikking in de deelgeschilprocedure, na een daarvoor in de bodemprocedure op de voet van art. 1019cc lid 3 sub a Rv verkregen verlof, overeenkomstig de regels van de dagvaardingsprocedure worden ingeleid bij dagvaarding of overeenkomstig de regels van de verzoekschriftprocedure bij beroepschrift?
Samenvatting
De benadeelde heeft letselschade opgelopen als gevolg van een bedrijfsongeval. Achmea was verzekeraar van de aansprakelijke partij. De Amersfoortse ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.