RCR 2016/91
Geldlening of schenking? Reikwijdte art. 7A:1798 BW: opschortende voorwaarde of opschortende tijdsbepaling? Wie draagt de stelplicht en bewijslast met betrekking tot het bestaan van een voorwaarde en het vervuld zijn daarvan?
HR 30-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2228
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 september 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/02275
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925015:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2228, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑09‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:352, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 29‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑05‑2015
- Wetingang
Art. 6:21, 6:22, 6:203 lid 1, 7A:1798 BW; art. 150 Rv
Essentie
Overeenkomst van geldlening. Schenking. Reikwijdte art. 7A:1798 BW.
Opschortende voorwaarde of opschortende tijdsbepaling? Wie draagt de stelplicht en bewijslast met betrekking tot het bestaan van een voorwaarde en het vervuld zijn daarvan?
Samenvatting
Kern van het geschil betreft de terugvordering van verscheidene bedragen die eiseres naar dan wel ten behoeve van verweerder, haar voormalige partner, gedurende hun relatie heeft overgemaakt. Zo heeft zij bedragen van € 10.000 (met omschrijving: ‘Lening van (…)’) en € 1.700 naar verweerder overgemaakt en heeft zij tevens een bedrag van € 895 ten behoeve van verweerder overgemaakt naar Leaseproces B.V.
Nadat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.