NJ 2014/313
Ondervragingsrecht en art. 6 EVRM.
HR 10-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:1744, m.nt. T.M. Schalken
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 december 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
12/02443
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
T.M. Schalken
- JCDI
JCDI:ADS97075:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1744, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑12‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:1765, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑12‑2012
- Wetingang
Art. 6 EVRM
Essentie
’s Hofs oordeel dat de betrokkenheid van de verdachte bij de hem ten laste gelegde feiten in voldoende mate steun vindt in andere bewijsmiddelen dan de verklaring van de medeverdachte en dat dit steunbewijs betrekking heeft op die onderdelen van de hem belastende verklaringen die de verdachte betwist, is niet onbegrijpelijk, zodat het hof de verklaringen van de medeverdachte, die de verdediging nimmer heeft kunnen horen, tot het bewijs kon bezigen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 2 mei 2012, nummer 21/000596-10, in de strafzaak tegen: G. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.