Einde inhoudsopgave
Regeling kansspelen op afstand
Artikel 6.1 Tijdelijke ontheffing inzake keuringen
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2021
- Bronpublicatie:
21-01-2021, Stcrt. 2021, 4507 (uitgifte: 01-02-2021, regelingnummer: 3181155)
- Inwerkingtreding
01-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-01-2021, Stcrt. 2021, 4507 (uitgifte: 01-02-2021, regelingnummer: 3181155)
- Vakgebied(en)
Horecarecht / Kansspel- en gokactiviteiten
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
De raad van bestuur kan voor de periode van maximaal twee jaar tot na inwerkingtreding van de Wet van 20 februari 2019 tot wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand (Stb. 2019, 127) ontheffing verlenen van het vereiste, bedoeld in artikel 31h, tweede lid, onder b, van de wet, mits het spelsysteem van de vergunninghouder naar het oordeel van de raad wordt gekeurd door een of meer ter zake kundige keuringsinstellingen.
2.
De keuringsinstellingen, bedoeld in het eerste lid, voldoen in ieder geval aan de volgende vereisten:
- a.
de keuringsinstelling is overeenkomstig artikel 3.29, eerste lid, geaccrediteerd tegen een of meerdere in dat artikel bedoelde accreditatienormen voor het verrichten van keuringen ten aanzien van de organisatie van kansspelen op afstand in ten minste twee lidstaten;
- b.
de accreditaties, bedoeld in onderdeel a, zijn afgegeven door een accreditatie-instantie die volwaardig lid is van de International Laboratory Accreditation Cooperation of het International Accreditation Forum;
- c.
de keuringsresultaten en keuringsrapporten van de keuringsinstelling worden geaccepteerd door de ter zake van kansspelen bevoegde autoriteiten in de lidstaten, bedoeld in onderdeel a; en
- d.
de keuringsinstellingen hebben ten minste drie jaar ervaring met het onder accreditatie verrichten van keuringen in de lidstaten, bedoeld in onderdeel a.
3.
Het bepaalde bij en krachtens hoofdstuk 4, afdeling 7, van het besluit met uitzondering van de artikelen 4.44 en 4.45, is van overeenkomstige toepassing op keuringsinstellingen als bedoeld in eerste lid.