NJ 2024/45
Kroongetuigenregeling. Afspraken in getuigenbeschermingstraject leveren geen vormverzuim op en ook geen schending van art. 6 EVRM.
HR 09-01-2024, ECLI:NL:HR:2024:2
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 januari 2024
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, A.E.M. Röttgering, M. Kuijer, T. Kooijmans
- Zaaknummer
22/02447
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS943341:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:2, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑01‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1002, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 14‑11‑2023
- Wetingang
Essentie
Kroongetuigenregeling. Geen cassatie om redenen vermeld in de CAG. CAG: het oordeel dat afspraken in het kader van het getuigenbeschermingstraject geen vormverzuim opleveren en evenmin een schending van art. 6 EVRM met zich brengen en dat dit oordeel niet hoeft te worden genuanceerd in het licht van de rechtspraak van het EHRM, is toereikend gemotiveerd.
Samenvatting
Het (eerste) middel klaagt over het oordeel van het hof dat de afspraken met de kroongetuigen en hun daaruit voortkomende verklaringen, rechtmatig tot stand zijn gekomen en zonder schending van het recht op een eerlijk proces voor het bewijs konden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.