RFR 2016/80
Omgang. Staat het de rechter vrij een termijn te stellen waarbinnen een met gezag belaste ouder statusvoorlichting moet geven aan zijn kind?
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 maart 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/01858
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS923689:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:452, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2287, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑04‑2015
- Wetingang
Art. 8 EVRM; art. 7, 8 IVRK; art. 1:247 lid 1 BW
Essentie
Omgang. Afstamming.
Houdt het in art. 8 EVRM gewaarborgde recht op family life in dat ouders zelf mogen bepalen wanneer zij een kind, dat via een donor is verwekt, mededelen wie de vader is? Wat is de verhouding tot het recht op private life van de minderjarige?
Samenvatting
De biologische moeder en de adoptiemoeder zijn sinds 2005 geregistreerd partner. In 2006 sloten zij een donorovereenkomst met een zaaddonor, waarna de minderjarige in 2008 werd geboren. De zwangerschap kwam tot stand door kunstmatige zelfinseminatie met het zaad van de man. In 2009 adopteerde de adoptiemoeder het kind. ...