NJ 2012/214
Echtscheiding; inschrijving echtscheidingsbeschikking; vereiste van ‘kracht van gewijsde’; rechtszekerheid en hanteerbaarheid.
HR 30-03-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV1029
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 maart 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
11/02600
- Conclusie
A-G Rank-Berenschot
- LJN
BV1029
- JCDI
JCDI:ADS96681:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BV1029, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑03‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BV1029, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑05‑2011
- Wetingang
BW art. 1:163
Essentie
Echtscheiding; inschrijving echtscheidingsbeschikking; vereiste van ‘kracht van gewijsde’; rechtszekerheid en hanteerbaarheid.
Het gaat hier om het geval dat hoger beroep is ingesteld van een echtscheidingsbeschikking en in dat hoger beroep vernietiging is verzocht van die beschikking als geheel, maar in het appelverzoekschrift noch in het appelverweerschrift grieven zijn gericht tegen de echtscheiding, zodat de appelrechter tot het oordeel moet komen dat de echtscheiding onherroepelijk is geworden. Op de gronden vermeld in HR 22 oktober 2010, NJ 2010/667, m.nt. S.F.M. Wortmann, moet worden aangenomen dat ook in dit geval de echtscheidingsbeschikking eerst ‘in kracht van gewijsde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.