Einde inhoudsopgave
Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008
Artikel 1 Begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 06-11-2024. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 02-07-2024
- Bronpublicatie:
25-10-2024, Stcrt. 2024, 35829 (uitgifte: 05-11-2024, regelingnummer: O&B/WJZ/48754095)
- Inwerkingtreding
06-11-2024, terugwerkend tot: 02-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-2024, Stcrt. 2024, 35829 (uitgifte: 05-11-2024, regelingnummer: O&B/WJZ/48754095)
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen (V)
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
Ministerie: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
- b.
bewindspersoon: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of een Minister zonder portefeuille, ondergebracht bij het Ministerie, of een Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
- c.
minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
- d.
staatssecretaris: Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
- e.
secretaris-generaal: secretaris-generaal van het Ministerie,
- f.
plaatsvervangend secretaris-generaal: plaatsvervangend secretaris-generaal van het Ministerie,
- g.
directeur-generaal: directeur-generaal van het Ministerie,
- h.
hoofd van een inspectie: inspecteur-generaal van het onderwijs of de directeur van de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed,
- i.
directeur: degene die aan het hoofd staat van een beleidsdirectie, een ondersteunende directie, of een ondersteunend bureau als bedoeld in de bijlage bij dit besluit,
- j.
budgethouder: functionaris die verantwoordelijk is voor een rechtmatig en doelmatig financieel beheer van de aan hem toegewezen budgetten,
- k.
direct-leidinggevende: degene die binnen het Ministerie belast is met de dagelijkse leiding van medewerkers en ten aanzien van die medewerkers personeelsbevoegdheden heeft,
- l.
bestuursraad: bestuursraad van het ministerie bestaat uit de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeuren-generaal en de inspecteur-generaal van het Onderwijs,
- m.
budget: aan een budgethouder toegewezen verplichtingen- en kasbedrag(en) alsmede de te realiseren ontvangsten ter uitvoering van een deel van de begroting,
- n.
bestedingsplan: plan ter uitvoering van de begroting, opgesteld ten behoeve van het aangaan van verplichtingen anders dan in het kader van:
- —
de reguliere of aanvullende bekostiging van onderwijs en onderzoek,
- —
de verstrekking van subsidies als bedoeld in de artikelen 4a en 4c van de Wet op het specifiek cultuurbeleid, en
- —
de verstrekking van subsidies als bedoeld in artikel 7.3, eerste lid, van de Erfgoedwet,
- o.
managementafspraak: afspraak omtrent de vertaling van beleidsdoelen in de begroting en de doelstellingen voor de interne bedrijfsvoering naar concrete acties en activiteiten, benodigde middelen en bevoegdheden of de prestatie- en kwaliteitsnormen ten aanzien van de te leveren producten of diensten, dan wel beide, met inbegrip van het bestedingsplan,
- p.
personeelsreglement: verzameling van decentraal gemaakte collectieve afspraken en instructies ten behoeve van de ambtenaren die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst zijn bij de Staat der Nederlanden en werkzaam zijn bij OCW.