CRvB, 07-04-2015, nr. 13-5907 WWB
ECLI:NL:CRVB:2015:1136
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
07-04-2015
- Zaaknummer
13-5907 WWB
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:CRVB:2015:1136, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 07‑04‑2015; (Hoger beroep)
- Vindplaatsen
AB 2016/8 met annotatie van R. Stijnen
Uitspraak 07‑04‑2015
Inhoudsindicatie
De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak op goede gronden aangenomen dat appellant geen procesbelang meer had bij een beoordeling van het bestreden besluit. De rechtbank heeft terecht geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten en vergoeding van het griffierecht.
13/5907 WWB
Datum uitspraak: 7 april 2015
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
24 september 2013, 12/5374 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (college)
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. B. Arabaci, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 februari 2015. Appellant is, met bericht, niet verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door
drs. H. van Golberdinge.
OVERWEGINGEN
1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.
1.1.
Appellant ontving ten tijde hier van belang bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) naar de norm voor gehuwden.
1.2.
Naar aanleiding van een gesprek met een medewerker van de Dienst Werk en Inkomen van de gemeente Amsterdam, waarin appellant had aangegeven gezondheidsklachten te hebben, heeft het college appellant bij brief van 7 juni 2012 opgeroepen voor een onderzoek door het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (Uwv) op 27 juni 2012 naar de mogelijkheden voor arbeidsintegratie. In een rapportage richtinggevend re-integratieadvies van 29 juni 2012 van het Uwv staat dat appellant, rekening houdend met diverse (fysieke) beperkingen, geschikt is voor een traject naar werk voor 40 uur per week. Bij besluit van
16 juli 2012 heeft het college appellant de verplichting opgelegd om vanaf 23 juli 2012 te solliciteren naar werk voor minimaal 40 uur per week.
1.3.
Bij besluit van 20 september 2012 (bestreden besluit) heeft het college het bezwaar tegen het besluit van 16 juli 2012 gedeeltelijk gegrond verklaard en dit besluit herzien in die zin dat appellant belastbaar wordt geacht voor reguliere arbeid voor 40 uur per week in plaats van minimaal 40 uur per week.
1.4.
Bij besluit van 13 juni 2013 heeft het college appellant vanaf juni 2013 ontheffing verleend van de sollicitatieplicht.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang.
3. Appellant heeft zich in hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak gekeerd. Daartoe heeft hij aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte niet de rechtmatigheid van het bestreden besluit heeft beoordeeld, geen proceskostenvergoeding heeft toegekend en geen griffierecht heeft toegewezen.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
Naar vaste rechtspraak van de Raad (ECLI:NL:CRVB:2010:BM7208) is eerst sprake van (voldoende) processueel belang indien het resultaat, dat de indiener van een bezwaar- of beroepschrift met het maken van bezwaar of het indienen van (hoger) beroep nastreeft, ook daadwerkelijk kan worden bereikt en het realiseren van dat resultaat voor deze indiener feitelijk betekenis kan hebben. Het hebben van een louter formeel of principieel belang is onvoldoende voor het aannemen van (voldoende) procesbelang.
4.2.
De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak op goede gronden aangenomen dat appellant geen procesbelang meer had bij een beoordeling van het bestreden besluit, nu het college bij besluit van 13 juni 2013 appellant vanaf juni 2013 alsnog heeft ontheven van de sollicitatieplicht. Voorts is ook van een verlaging van de bijstand wegens het niet-nakomen van de sollicitatieplicht in de periode van 23 juli 2012 tot juni 2013 geen sprake geweest. Het besluit waarbij de sollicitatieplicht is opgelegd en het daaraan ten grondslag liggende medisch oordeel hebben voor appellant dan ook geen feitelijke betekenis meer, zodat geen plaats meer is voor een beoordeling van het bestreden besluit. Een voldoende procesbelang zou nog gelegen kunnen zijn in een in bezwaar ingediend verzoek om vergoeding van de kosten van het bezwaar, maar een dergelijk verzoek heeft appellant niet gedaan.
4.3.
Appellant heeft aangevoerd dat hij schade heeft geleden, daaruit bestaande dat hij proceskosten heeft moeten maken en griffierecht heeft moeten betalen om het standpunt van het college aan te vechten. In de omstandigheden van het geval, in het bijzonder de reden voor het vervallen van het procesbelang, heeft de rechtbank terecht geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten en vergoeding van het griffierecht. Een dergelijke grond kan zijn gelegen in de omstandigheid dat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroep is tegemoet gekomen, in welk geval, indien het beroep zou zijn ingetrokken, met toepassing van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht een proceskostenveroordeling mogelijk is. Van tegemoetkomen door het college in deze zin is echter geen sprake. Het besluit van
13 juni 2013 is niet het gevolg van het instellen van het beroep maar het betreft een nieuw besluit dat genomen is op grond van gewijzigde omstandigheden en dat betrekking heeft op de periode vanaf juni 2013.
4.4.
Uit 4.1 tot en met 4.3 volgt dat het hoger beroep niet slaagt, zodat de aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door Y.J. Klik, in tegenwoordigheid van C.M.A.V. van Kleef als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 7 april 2015.
(getekend) Y.J. Klik
(getekend) C.M.A.V. van Kleef
MK