BA 2018/98:Telefonische hoorzitting in bezwaar, appellante is niet in haar belangen geschaad door ondeugdelijke verslaglegging van hoorzitting

BA 2018/98

Telefonische hoorzitting in bezwaar, appellante is niet in haar belangen geschaad door ondeugdelijke verslaglegging van hoorzitting

Documentgegevens:

ABRvS 28-02-2018, ECLI:NL:RVS:2018:679

Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Datum: 28 februari 2018
Zaaknummer: 201704332/1/A2
Vakgebied(en): Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Gezondheidsrecht / Ordening en verzekering
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Rechtspraak
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Voorbereiding
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
Brondocumenten: ECLI:NL:RVS:2018:679, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 28‑02‑2018
Wetingang: Art. 6:22, 7:5 lid 1 en 7:7 Algemene wet bestuursrecht (Awb); art. 3, 6, 41 en 42 Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG); art. 1, 2, 3, 3a en 6 Besluit buitenslands gediplomeerden volksgezondheid; paragraaf 4 Circulaire vakbekwaamheid buitenslands gediplomeerden (oud)

Essentie

Samenvatting

Uit de [wets]geschiedenis van art. 7:7 Awb blijkt dat met een verslag een schriftelijk verslag wordt bedoeld. De plicht tot schriftelijke verslaglegging kan op verschillende wijzen worden vormgegeven. Zo kan ook uit de beslissing op bezwaar blijken wat op de hoorzitting is verhandeld. Van de hoorzitting is geen afzonderlijk verslag gemaakt. In de motivering van het besluit [op bezwaar] is één beroepsgrond besproken die tijdens de hoorzitting naar voren is gebracht. Wat er verder tijdens het hoorgesprek is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.