Prg. 2010, 71
Eisers, huurster en haar inwonende zoon, stellen te weinig om duurzame gemeenschappelijk huishouding aan te nemen. Afwijzing vordering tot verklaring medehuurderschap.
Ktr. Leiden 03-02-2010, ECLI:NL:RBSGR:2010:BM3496
- Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage (Kantonrechter Leiden)
- Datum
3 februari 2010
- Magistraten
Mr. G.M.A. van Zaltbommel-Uittenbogaard
- Zaaknummer
868892 CV EXPL 09-4993
- LJN
BM3496
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBSGR:2010:BM3496, Uitspraak, Rechtbank 's-Gravenhage (Kantonrechter Leiden), 03‑02‑2010
- Wetingang
BW art. 7:267
Essentie
Huurrecht. Wat dient een inwonend kind te stellen en aannemelijk te maken om tot medehuurder van de ouderlijke woning te worden verklaard?
Een duurzame gemeenschappelijke huishouding en bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen dat wordt afgeweken van de regel dat kinderen het ouderlijk huis verlaten.
Samenvatting
Eiseres, huurster van een woning, en haar zoon vorderen bij dagvaarding van 30 juni 2009 dat de zoon tot medehuurder zal worden verklaard. De zoon stelt dat hij in 1998 in de ouderlijke woning is teruggekeerd om voor zijn ziekelijke moeder te zorgen. Verhuurster Portaal heeft verlening van het medehuurderschap onder meer geweigerd omdat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.