Einde inhoudsopgave
Besluit heffing van omzetbelasting ter zake van vouchers, waardebonnen en zegels
2.2 Instrumenten met een keuze tussen geld, een goed, een dienst of korting
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
14-12-2018, Stcrt. 2018, 68657 (uitgifte: 21-12-2018, regelingnummer: BLKB 2018-217731)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2018, Stcrt. 2018, 68657 (uitgifte: 21-12-2018, regelingnummer: BLKB 2018-217731)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
Omzetbelasting / Vergoeding
Voor instrumenten die naar keuze ingewisseld kunnen worden voor geld, een goed, een dienst of korting, staat niet vooraf vast waarvoor ze ingewisseld worden en kan pas bij de inwisseling ervan bepaald worden wat de btw-gevolgen zijn. Daarom worden deze instrumenten bij de overdracht ervan nog niet in de btw-heffing betrokken.1. Bij de inwisseling van de instrumenten bestaan drie mogelijkheden:
- –
Het instrument wordt ingewisseld voor geld: artikel 20, eerste lid, onderdeel b, 1°, van het uitvoeringsbesluit is van toepassing. Zie hiervoor paragraaf 4 van het besluit en paragraaf 2.3 als voor het instrument is betaald.
- –
Het instrument wordt ingewisseld voor een goed of dienst zonder verplichte bijbetaling: het instrument wordt aangemerkt als een voucher voor meervoudig gebruik en wordt als zodanig in de heffing van btw betrokken. Zie hiervoor paragraaf 3.2 van het besluit.
- –
Het instrument is al dan niet verkregen bij de levering van goederen of diensten en wordt ingewisseld voor een goed of dienst met verplichte bijbetaling: het instrument wordt aangemerkt als een waardebon. Artikel 21 van het uitvoeringsbesluit is van toepassing. Zie hiervoor paragraaf 5 van het besluit.
Voetnoten
HvJ EG 21 februari 2006, zaak C-419/02, BUPA Hospitals Ltd, ECLI:EU:C:2006:122.