NJ 2011/351
Ontslag op staande voet; detentie werknemer grond voor ontslag op staande voet?
HR 17-12-2010, ECLI:NL:HR:2010:BO1821, m.nt. E. Verhulp
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 december 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk, C.E. Drion
- Zaaknummer
09/02345
- Conclusie
A-G Keus
- Noot
E. Verhulp
- LJN
BO1821
- JCDI
JCDI:ADS96488:1
- Vakgebied(en)
Personeelsaangelegenheden / Instroom en uitstroom van personeel
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BO1821, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑12‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BO1821, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑10‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑05‑2009
- Wetingang
BW art. 7:677; 7:678
Essentie
Ontslag op staande voet; detentie werknemer grond voor ontslag op staande voet?
Bij de beoordeling van de vraag of het feit dat de werknemer gedetineerd is en daardoor zijn werk verzuimt, een ontslag op staande voet rechtvaardigt, behoren alle — in onderling verband en samenhang te beschouwen — omstandigheden van het geval in aanmerking te worden genomen. Het enkele feit van detentie van de werknemer waardoor hij zijn werk verzuimt, is op zichzelf niet voldoende voor een ontslag op staande voet. Er bestaat geen grond voor een algemene ‘subregel’ dat werkverzuim als gevolg van een onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.