Einde inhoudsopgave
Besluit 2005/684/EG, Euratom houdende aanneming van het Statuut van de leden van het Europees Parlement
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 20-07-2009
- Bronpublicatie:
28-09-2005, PbEU 2005, L 262 (uitgifte: 07-10-2005, regelingnummer: 2005/684/EG 2005/684/Euratom)
- Inwerkingtreding
20-07-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-09-2005, PbEU 2005, L 262 (uitgifte: 07-10-2005, regelingnummer: 2005/684/EG 2005/684/Euratom)
- Afhankelijke geldigheid
Dit Statuut treedt tegelijk in werking met de zittingsperiode van het Europees Parlement.
- Vakgebied(en)
EU-recht / Besluitvorming
EU-recht / Instituties
1.
Op de in artikel 9 bedoelde bezoldiging wordt Gemeenschapsbelasting geheven onder dezelfde voorwaarden als die welke zijn vastgesteld op grond van artikel 13 van het Protocol inzake de voorrechten en immuniteiten van de Gemeenschappen voor de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen.
2.
De belastingaftrek voor beroepskosten en persoonlijke uitgaven om gezinsredenen of redenen van sociale aard zoals bedoeld in artikel 3, leden 2 tot en met 4, van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (1), is niet van toepassing.
3.
Lid 1 laat de bevoegdheid van de lidstaten om deze bezoldiging te onderwerpen aan het nationale belastingrecht, onverlet, mits dubbele belastingheffing wordt vermeden.
4.
De lidstaten hebben het recht om de bezoldiging in aanmerking te nemen bij de vaststelling van het belastingtarief dat op andere inkomsten wordt toegepast.
5.
Dit artikel is eveneens van toepassing op de overbruggingstoelage, alsook op het ouderdomspensioen, het invaliditeitspensioen en het overlevingspensioen zoals bedoeld in de artikelen 13, 14, 15 en 17.
6.
De uitbetalingen overeenkomstig de artikelen 18, 19 en 20 en de bijdragen aan het pensioenfonds overeenkomstig artikel 27 worden aan geen enkele belasting onderworpen.
Voetnoten
PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 723/2004 (PB L 124 van 27.4.2004, blz. 1).