V-N 2011/24.8
Resultaatsvermogen na staking ten gevolge van feitelijke beëindiging terbeschikkingstelling? (art. 3.94 Wet IB 2001)
HR 13-04-2012, ECLI:NL:HR:2012:BP6667, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
13 april 2012
- Zaaknummer
10/02196
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
BP6667
- JCDI
JCDI:ADS180652:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Inkomstenbelasting (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑04‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BP6667, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑04‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BP6667, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑02‑2011
- Wetingang
art. 3.94 Wet IB 2001
Essentie
Resultaatsvermogen na staking ten gevolge van feitelijke beëindiging terbeschikkingstelling? (art. 3.94 Wet IB 2001)
Samenvatting
Belanghebbende (X) en zijn broer (A) zijn de aandeelhouders van E bv. Belanghebbende en A zijn ook gezamenlijk eigenaar van een boerderij met landerijen. Zij verpachten de landerijen aan de bv. Onenigheid tussen de broers leidt er onder meer toe dat de pachtovereenkomst wordt ontbonden in april 2001. De daartoe opgemaakte overeenkomst vermeldt als reden een voorgenomen verkoop van de landerijen aan derden. De bv blijft de landerijen nog enige tijd gebruiken tot ergens in de laatste maanden van 2001. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.