RN 2019/53
Ongehuwde samenwoners. Is op ongehuwde samenwoners het huwelijksvermogensrecht analoog van toepassing?
HR 10-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:707
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 mei 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/00773
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS56962:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Verbintenissenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:707, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1444, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑02‑2018
- Wetingang
Essentie
Ongehuwde samenwoners. Ongerechtvaardigde verrijking. Redelijkheid en billijkheid.
Is op ongehuwde samenwoners het huwelijksvermogensrecht analoog van toepassing? Geldt tussen hen een rechtsverhouding die mede door de redelijkheid en billijkheid wordt beheerst? Welke vereisten gelden voor een beroep op ongerechtvaardigde verrijking?
Samenvatting
Partijen hebben vanaf begin 2008 tot augustus 2012 met elkaar samengewoond, in een woning die in eigendom toebehoorde aan de man. Partijen hebben geen samenlevingsovereenkomst gesloten. Uit hun relatie is in oktober 2008 een zoon geboren. De woning is in 2011 verbouwd. De kosten van deze verbouwing zijn betaald door de vrouw of, uit hoofde van geldlening dan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.