Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1369 tot vaststelling van een kader voor energie-etikettering en tot intrekking van Richtlijn 2010/30/EU
Artikel 16 Gedelegeerde handelingen
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2017
- Bronpublicatie:
04-07-2017, PbEU 2017, L 198 (uitgifte: 28-07-2017, regelingnummer: 2017/1369)
- Inwerkingtreding
01-08-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2017, PbEU 2017, L 198 (uitgifte: 28-07-2017, regelingnummer: 2017/1369)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Energiebesparing
Energierecht / Europees energierecht
Milieurecht / Energie
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 17 gedelegeerde handelingen vast te stellen met het oog op de aanvulling van deze verordening door het vastleggen van gedetailleerde voorschriften met betrekking tot etiketten voor specifieke productgroepen.
2.
In de in lid 1 bedoelde gedelegeerde handelingen worden productgroepen gespecificeerd die aan de volgende criteria voldoen:
- a)
volgens de meest recente cijfers en rekening houdend met de hoeveelheden die in de Unie in de handel worden gebracht, heeft de productgroep een significant potentieel voor besparing van energie en, waar van toepassing, van andere hulpbronnen;
- b)
binnen de productgroep verschillen modellen met een soortgelijke werking significant wat de relevante prestatieniveaus betreft;
- c)
er is geen significant negatief effect op de betaalbaarheid en de levenscycluskosten van de productgroep;
- d)
de invoering van energie-etiketteringsvoorschriften voor een productgroep heeft geen significant negatief effect op de werking van het product tijdens gebruik.
3.
In de gedelegeerde handelingen met betrekking tot specifieke productgroepen wordt met name het volgende bepaald:
- a)
de omschrijving van de specifieke productgroep die onder de in artikel 2, punt 1, vastgelegde definitie van ‘energiegerelateerd product’ valt en waarop de gedetailleerde etiketteringsvoorschriften van toepassing moeten zijn;
- b)
het ontwerp en de inhoud van het etiket, met inbegrip van een schaalindeling van A tot en met G die het energieverbruik weergeeft, waarbij het ontwerp zo mogelijk voor alle productgroepen uniform is, en in elk geval duidelijk en goed leesbaar is. De stappen A tot en met G van de indeling in klassen stemmen overeen met significante energie- en kostenbesparingen en een passende productdifferentiatie vanuit het oogpunt van de klant. Voorts wordt gespecificeerd hoe de stappen A tot en met G van de indeling in klassen en, waar van toepassing, het energieverbruik worden weergegeven op een opvallende plaats op het etiket;
- c)
waar passend, het verbruik van andere hulpbronnen en aanvullende informatie met betrekking tot het product, waarbij op het etiket de nadruk op de energie-efficiëntie van het product wordt gelegd. De aanvullende informatie is ondubbelzinnig, en heeft voor de klant geen negatief effect op de helderheid en doeltreffendheid van het etiket in zijn geheel. Zij is gebaseerd op gegevens met betrekking tot fysieke, door de markttoezichtautoriteiten meetbare en verifieerbare eigenschappen van het product;
- d)
waar passend, een vermelding op het etiket die het de klanten mogelijk maakt energieslimme producten te herkennen, dat wil zeggen, producten die in staat zijn om automatisch hun verbruikspatronen te veranderen en te optimaliseren als antwoord op een externe stimulus (zoals signalen van of via een centraal energiebeheersysteem van een woning, prijssignalen, rechtstreekse controlesignalen, lokale metingen) of om andere diensten te leveren die de energie-efficiëntie en het gebruik van hernieuwbare energie doen toenemen, met het doel de milieueffecten van energiegebruik in het gehele energiesysteem te verbeteren;
- e)
de plaatsen waar het etiket zichtbaar zal zijn, zoals bevestigd op het product op een plaats waar het niet wordt beschadigd, afgedrukt op de verpakking, in elektronische vorm ter beschikking gesteld of online weergegeven, rekening houdend met de voorschriften van artikel 3, lid 1, alsmede met de gevolgen voor klanten, leveranciers en handelaren;
- f)
waar passend, elektronische middelen voor de etikettering van producten;
- g)
de manier waarop het etiket en het productinformatieblad bij verkoop op afstand worden verstrekt;
- h)
de voorgeschreven inhoud en, waar passend, het formaat en andere details met betrekking tot het productinformatieblad en de technische documentatie, onder meer de mogelijkheid om de parameters van het productinformatieblad in de productendatabank in te voeren overeenkomstig artikel 3, lid 1;
- i)
de controletoleranties die de lidstaten moeten hanteren wanneer zij de naleving van de voorschriften controleren;
- j)
de wijze waarop de energieklasse en de reeks op het etiket vermelde efficiëntieklassen moeten worden opgenomen in visuele advertenties en technisch reclamemateriaal, ook wat betreft leesbaarheid en zichtbaarheid;
- k)
de in artikel 13 bedoelde meet- en berekeningsmethoden die moeten worden gebruikt om de gegevens op het etiket en het productinformatieblad te bepalen, met inbegrip van de definitie van de energie-efficiëntieindex (EEI), of een gelijkwaardige parameter;
- l)
of voor grotere toestellen een hoger niveau van energie-efficiëntie is vereist om een bepaalde energieklasse te bereiken;
- m)
het formaat van alle aanvullende vermeldingen op het etiket waardoor klanten langs elektronische weg toegang kunnen krijgen tot meer gedetailleerde informatie over de prestaties van het product als weergegeven op het productinformatieblad. Die vermeldingen kunnen de vorm hebben van een internetadres, een dynamische QR- code (Quick Response-code), een link op online-etiketten, of elk ander passend, consumentgericht middel;
- n)
de wijze waarop, waar passend, de energieklassen die het energieverbruik van het product tijdens het gebruik omschrijven op het interactieve scherm van het product moeten worden weergegeven;
- o)
de uiterste datum voor de evaluatie en de eventuele daarop volgende herziening van de gedelegeerde handeling;
- p)
waar passend, verschillen in energieprestaties in verschillende klimaatzones;
- q)
wat betreft het voorschrift van artikel 4, lid 6, om de gegevens in het conformiteitsgedeelte van de databank te bewaren, een gegevensbewaartermijn van minder dan 15 jaar wanneer dat passend is in verhouding tot de gemiddelde levensduur van het product.
4.
De Commissie stelt voor elke specifieke productgroep een afzonderlijke gedelegeerde handeling vast. Wanneer de Commissie het tijdschema voor de vaststelling van de gedelegeerde handeling voor een specifieke productgroep bepaalt, stelt zij de vaststelling niet uit om redenen die verband houden met de vaststelling van een gedelegeerde handeling voor een andere specifieke productgroep, tenzij dat op grond van uitzonderlijke omstandigheden gerechtvaardigd is.
5.
De Commissie houdt een geactualiseerde inventaris bij van alle relevante gedelegeerde handelingen en van de maatregelen ter ontwikkeling van Richtlijn 2009/125/EG, met inbegrip van de volledige verwijzingen naar alle relevante geharmoniseerde normen.