Einde inhoudsopgave
Wet financiering sociale verzekeringen
Artikel 114 Middelen Arbeidsongeschiktheidsfonds
Geldend
Geldend vanaf 02-08-2022
- Bronpublicatie:
13-10-2021, Stb. 2021, 592 (uitgifte: 07-12-2021, kamerstukken: 35613)
- Inwerkingtreding
02-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2021, Stb. 2021, 595 (uitgifte: 07-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Premieheffing / Algemeen
Premieheffing / Verzekeringsplicht
Ten gunste van het Arbeidsongeschiktheidsfonds komen:
- a.
de premies op grond van de artikelen 36, 75, 76, en 76a;
- b.
de gelden die het UWV ontvangt door toepassing van de artikelen 29a en 91i, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
- c.
de gelden die het UWV ontvangt door toepassing van de artikelen 57 en 90 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering in verband met uitkeringen als bedoeld in artikel 115, eerste lid, onderdeel a;
- d.
de quotumheffing, bedoeld in artikel 38h;
- e.
de gelden die het UWV ontvangt door toepassing van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;
- f.
een rijksbijdrage ter hoogte van het door Onze Minister geraamde bedrag aan lasten en uitvoeringskosten als bedoeld in artikel 115, eerste lid, onderdelen c en r, voor zover deze lasten en uitvoeringskosten betrekking hebben op de op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 2, en de op grond van artikel 3:30 van de Wet arbeid en zorg te betalen uitkeringen;
- g.
de gelden die het UWV ontvangt door toepassing van de artikelen 86 en 91 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;
- h.
de gelden die het UWV ontvangt door toepassing van de artikelen 76 en 99van de van de[lees: van de] Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;
- i.
de bijdragen van de werkgever of de eigenrisicodrager of de werknemer in de kosten van het onderzoek, bedoeld in artikel 32, eerste, tweede, derde en vierde lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
- j.
de bedragen die het UWV ontvangt door toepassing van de artikelen 38, derde lid, 38a, achtste lid, 39a, 45a, 63a, derde tot en met vijfde lid, 63b, tweede lid, 63c, tweede lid, en 63e van de Ziektewet;
- k.
de bedragen die UWV ontvangt door toepassing van artikel 673e, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, voor zover het niet betreft onverschuldigd betaalde vergoedingen als bedoeld in artikel 100, onderdeel f;
- l.
de gelden die UWV ontvangt door toepassing van de Wet arbeid en zorg.