NJB 2014/1849:Bewijs van voorbereiden en/of bevorderen van het opzettelijk bewerken van een hoeveelheid heroïne en cocaïne, art. 10, 10a Opw: toereikende motivering van de bewezenverklaring in aanmerking genomen dat de verdachte, die al voor zijn aanhouding op het vliegveld had begrepen dat hij ‘een fout’ had gemaakt, wist dat deze poedermengsels bestemd waren voor het opzettelijk bewerken van een hoeveelheid heroïne en cocaïne; in casu kon het hof aannemen dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de poedermengsels de ‘illegale/criminele bestemming’ van het versnijden van drugs zouden hebben