BNB 2023/97
Bedrijfsopvolgingsregeling. Bezitseis van schenker ten aanzien van de onderneming
HR 21-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:647, m.nt. I.J.F.A. van Vijfeijken
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 2023
- Magistraten
Mrs. Koopman, Wortel, Boerlage, Cools, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
21/04462
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
I.J.F.A. van Vijfeijken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS705489:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑04‑2023
ECLI:NL:HR:2023:647, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:903, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 06‑10‑2022
- Wetingang
Art. 35d lid 1 onderdeel c Successiewet 1956
Essentie
Bedrijfsopvolgingsregeling. Bezitseis van schenker ten aanzien van de onderneming
Samenvatting
De moeder van belanghebbende hield in 2011 via E BV aanvankelijk een indirect aanmerkelijk belang van 49% in D BV. De overige 51% werd indirect gehouden door een vennootschap van de neef van belanghebbende, F BV. In een aantal dochtermaatschappijen van D werden activiteiten ontplooid bestaande uit het exploiteren van hoorcentra (horen) en optiekcentra (zien). In 2011 is D gesplitst (‘ruziesplitsing’). Hierbij werden ‘horen’ en ‘zien’ verdeeld tussen de moeder en de neef. De moeder verkreeg via een door de splitsing ontstane dochtermaatschappij van E ‘horen’, waarin begrepen de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.