NJ 2018/221
Beklag, beslag. OM-cassatie. Niet zonder meer begrijpelijk oordeel dat onvoldoende grond bestaat voor verdenking witwassen.
HR 03-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:502, m.nt. T. Kooijmans
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 april 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/01765 B
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
T. Kooijmans
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154407:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:502, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:36, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑05‑2017
- Wetingang
Essentie
Beklag, beslag. OM-cassatie. Niet zonder meer begrijpelijk oordeel dat onvoldoende grond bestaat voor verdenking witwassen.
Inbeslagname van auto tijdens een routinecontrole. De vraag of ten tijde van de inbeslagneming een redelijk vermoeden van schuld bestond dient beoordeeld te worden met het oog op beantwoording van de vraag of een belang van strafvordering aanwezig is voor het voortduren van het beslag. Gelet op hetgeen door de officier van justitie is aangevoerd omtrent de door de klager tegenover de politie afgelegde verklaring alsmede gelet op de waarde van de inbeslaggenomen auto is het oordeel van de rechtbank dat onvoldoende grond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.