Einde inhoudsopgave
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
Artikel 66 Aanvraag van de uitkering bij verkorte wachttijd
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
20-12-2012, Stb. 2012, 675 (uitgifte: 27-12-2012, kamerstukken: 33327)
04-10-2012, Stb. 2012, 464 (uitgifte: 12-10-2012, kamerstukken: 33241)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-10-2012, Stb. 2012, 483 (uitgifte: 19-10-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
13-10-2012, Stb. 2012, 483 (uitgifte: 19-10-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. III, onderdeel Ba, van de wet van 04-10-2012, Stb. 464.
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Algemeen
1.
Een aanvraag voor een verkorte wachttijd als bedoeld in artikel 23, zesde lid, wordt tevens aangemerkt als aanvraag, bedoeld in artikel 64, eerste lid.
2.
Een aanvraag voor een verkorte wachttijd kan slechts eenmaal worden gedaan.
3.
Op verzoek van de werknemer verstrekt de persoon, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet, die belast is met de bijstand, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel b, van die wet, een verklaring waaruit de medische situatie alsmede de vooruitzichten van de werknemer blijken. De verklaring wordt mede opgesteld op basis van gegevens inzake de medische specialistische onderzoeken of behandelingen die de aanvrager heeft ondergaan, tenzij in redelijkheid niet van de bedrijfsarts kan worden gevergd dat hij deze gegevens aan zijn verklaring ten grondslag legt.
4.
Een aanvraag voor een verkorte wachttijd gaat vergezeld van de verklaring, bedoeld in het derde lid.
5.
Indien de aanvraag voor een verkorte wachttijd niet vergezeld gaat van een verklaring als bedoeld in het derde lid, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.
6.
Artikel 65 is niet van toepassing op een aanvraag voor een verkorte wachttijd.
7.
Het derde, vierde en vijfde lid zijn niet van toepassing op de verzekerde aan wie ziekengeld als bedoeld in artikel 29, tweede lid, van de Ziektewet wordt uitgekeerd en die geen recht heeft op loon op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of op bezoldiging of hetgeen daarmee overeenkomt als bedoeld in artikel 76a van de Ziektewet, tenzij de verzekerde laatstelijk in dienstbetrekking stond tot een eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet.