RFR 2013/41
Huwelijksvermogensrecht. Wanneer is er sprake van een verdeling in de zin van art. 3:182 BW en wanneer gaat welke rente lopen?
HR 08-02-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY4279
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 februari 2013
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth, C.E. Drion, M.V. Polak
- Zaaknummer
10/01300
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- LJN
BY4279
- JCDI
JCDI:ADS913607:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Goederenrecht / Gemeenschap
Verbintenissenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BY4279, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BY4279, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑02‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑08‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑06‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑03‑2010
- Wetingang
Essentie
Huwelijksvermogensrecht.
Wanneer is er sprake van een verdeling in de zin van art. 3:182 BW en wanneer gaat welke rente lopen?
Samenvatting
Partijen strijden over de verdeling van hun op 21 juli 2004 door echtscheiding ontbonden huwelijksgemeenschap. De rechtbank bepaalde de peildatum voor zowel de omvang als de waarde van de gehele huwelijksgoederengemeenschap op de datum waarop de gemeenschap is ontbonden. Het hof constateerde dat partijen de verdeling van hun gemeenschap reeds vóór de ontbinding tot stand hadden gebracht en hanteerde ten aanzien van de peildatum voor de waardering het tijdstip van de verdeling. Het hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.