RvdW 2015/971
Belang bij cassatieklacht over afwijzing getuigenverzoek.
HR 08-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2468
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 september 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/00001
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2468, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1354, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑07‑2014
- Wetingang
Essentie
Bij de beantwoording van de vraag naar het — rechtens te respecteren — belang bij een cassatiemiddel over de afwijzing van een verzoek een getuige op te roepen dan wel te horen, kan onder omstandigheden ook een rol spelen dat onvoldoende duidelijk is welke betekenis het horen van de getuige kan hebben voor het beantwoorden van een van de vragen van art. 348 en 350 Sv. Van de verdediging kan in dergelijke gevallen worden gevergd dat zij — gezien art. 80a RO — in de cassatieschriftuur toelicht welk belang zij heeft bij een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.