RFR 2018/131
Pensioenverevening. Is de in het buitenland opgebouwde pensioenvoorziening aan te merken als 'buitenlandse pensioenregelingen' in de zin van art. 1 lid 8 Wvps?
HR 13-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1219
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 juli 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/03242
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929791:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1219, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑07‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:409, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑04‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑07‑2017
- Wetingang
Art. 1 lid 8 Wvps
Essentie
Pensioenverevening.
Kunnen door een echtgenoot in de Verenigde Staten opgebouwde pensioenvoorzieningen worden aangemerkt als 'buitenlandse pensioenregelingen' in de zin van art. 1 lid 8 Wvps of behoren zij tot huwelijksgemeenschap?
Samenvatting
De man (verzoeker in de cassatieprocedure) en de vrouw, beiden met de Amerikaanse nationaliteit, zijn op 14 februari 2000 met elkaar gehuwd in Pennsylvania (VS) en in 2000 naar Nederland geëmigreerd. Voorafgaand aan de emigratie heeft de vrouw uit hoofde van haar dienstverband bij drie werkgevers deelgenomen aan door die werkgevers opgezette zogenoemde ‘401(k)-plans’. Het grootste deel van het in de 401(k)-plans opgebouwde vermogen is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.