Einde inhoudsopgave
Verdrag ter afschaffing van dubbele belasting in geval van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen
Artikel 9 [Samenstelling van de raadgevende commissie (Composition of the advisory commission; Composition de la commission consultative)]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1995
- Bronpublicatie:
23-07-1990, Trb. 1990, 173 (uitgifte: 17-12-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-1997, Trb. 1997, 260 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Europees belastingrecht (V)
1.
De in artikel 7, lid 1, genoemde raadgevende commissie bestaat behalve de Voorzitter uit:
- —
twee vertegenwoordigers van elke betrokken bevoegde autoriteit; dit aantal kan in onderling overleg tussen de bevoegde autoriteiten tot één worden beperkt;
- —
een even aantal onafhankelijke personen die aan de hand van de in lid 4 bedoelde lijst van personen in onderlinge overeenstemming of, bij gebreke van overeenstemming, door loting worden aangewezen door de betrokken bevoegde autoriteiten.
2.
Tegelijk met de onafhankelijke personen wordt in overeenstemming met de voor de aanwijzing van deze personen geldende bepalingen voor ieder van hen een plaatsvervanger aangewezen voor het geval dat de onafhankelijke personen verhinderd zijn hun functie uit te oefenen.
3.
In het geval van loting kan iedere onafhankelijke persoon door elk der bevoegde autoriteiten worden gewraakt in vooraf tussen de betrokken bevoegde autoriteiten overeengekomen omstandigheden, en voorts indien:
- —
deze persoon behoort tot een van de betrokken belastingdiensten of ten behoeve van een van deze diensten werkzaam is;
- —
deze persoon een belangrijke deelneming in een of in elke van de verbonden ondernemingen heeft of heeft gehad of er werknemer of adviseur van is of is geweest;
- —
deze persoon met het oog op de regeling van de te behandelen zaak of zaken onvoldoende garanties biedt voor de daarbij te betrachten objectiviteit.
4.
Er wordt een lijst van onafhankelijke personen opgesteld uit de door de Verdragsluitende Staten aangewezen onafhankelijke personen. Elke Verdragsluitende Staat wijst daartoe vijf personen aan en stelt de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen van die aanwijzing in kennis.
Deze personen moeten onderdaan zijn van een Verdragsluitende Staat en hun woonplaats hebben op het gebied waar dit Verdrag van toepassing is. Zij moeten bekwaam en onafhankelijk zijn.
De Verdragsluitende Staten mogen wijzigingen aanbrengen in de in de eerste alinea bedoelde lijst. Zij stellen de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen daarvan onverwijld in kennis.
5.
De vertegenwoordigers en onafhankelijke personen die zijn aangewezen overeenkomstig lid 1, wijzen aan de hand van de in lid 4 bedoelde lijst een voorzitter aan, onverminderd het recht van elke betrokken bevoegde autoriteit om de aldus gekozen persoon te wraken in een van de in lid 3 bedoelde situaties.
De Voorzitter moet voldoen aan de vereisten om in zijn land de hoogste rechterlijke ambten te bekleden of moet bekend staan als een kundig rechtsgeleerde.
6.
De leden van de raadgevende commissie zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hun uit hoofde van de procedure ter kennis komt. De Verdragsluitende Staten stellen passende bepalingen vast om elke inbreuk op de geheimhoudingsplicht tegen te gaan. Zij delen de Commissie van de Europese Gemeenschappen onverwijld mee welke bepalingen zij hebben vastgesteld. De Commissie stelt de overige Verdragsluitende Staten daarvan in kennis.
7.
De Verdragsluitende Staten doen het nodige opdat de raadgevende commissie, nadat de zaak haar is voorgelegd, onverwijld kan bijeenkomen.