JWB 2016/295
Burgerlijk procesrecht
HR 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1512
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 2016
- Zaaknummer
16/00350
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1182, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑06‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:525, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2017
ECLI:NL:HR:2016:1512, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:450, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑05‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑12‑2015
- Wetingang
Art. 3 lid 3 Wgbz, art. 127a lid 3 Rv en 409a lid 2 Rv.
Essentie
Burgerlijk procesrecht
Samenvatting
Casus
eiser diende te zorgen dat het verschuldigde griffierecht binnen vier weken voldaan was, na het voor de eerstemaal uitroepen ter terechtzitting bij de Hoge Raad. Eiser heeft het griffierecht 7 dagen later voldaan. Dit heeft tot gevolg dat hij in beginsel niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Verzoeker doet een beroep op de hardheidsclausule, omdat in de nota van het Landelijk Dienstencentrum van de Rechtspraak (LDCR) een foutieve, latere datum vermeld stond. Het griffierecht is ruimschoots voor de in de brief genoemde datum voldaan.
Rechtsvraag
Is eiser ontvankelijk is zijn beroep?
Beslissing
De Hoge Raad ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.