Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/2402 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012
Artikel 24 Vereisten op transactieniveau
Geldend
Geldend vanaf 17-01-2018
- Bronpublicatie:
12-12-2017, PbEU 2017, L 347 (uitgifte: 28-12-2017, regelingnummer: 2017/2402)
- Inwerkingtreding
17-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2017, PbEU 2017, L 347 (uitgifte: 28-12-2017, regelingnummer: 2017/2402)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De SSPE verwerft de eigendom van de onderliggende blootstellingen met behulp van een true sale, een cessie of een overdracht met dezelfde rechtsgevolgen op een wijze die afdwingbaar is tegenover de verkoper of een andere derde partij. De overdracht van de eigendom aan de SSPE is niet onderworpen aan strenge terugvorderingsbepalingen in geval van insolventie van de verkoper.
2.
Voor de toepassing van lid 1 gelden de hierna bedoelde bepalingen als strenge terugvorderingsbepalingen:
- a)
bepalingen die de curator van de verkoper in staat stellen om de verkoop van de onderliggende blootstellingen te vernietigen enkel en alleen vanwege het feit dat de verkoop werd gesloten binnen een bepaalde termijn vóór de insolventverklaring van de verkoper;
- b)
bepalingen op grond waarvan de SSPE de onder a) bedoelde vernietiging alleen kan voorkomen als zij kan bewijzen dat zij op het moment van de verkoop niet op de hoogte was van de insolventie van de verkoper.
3.
Voor de toepassing van lid 1 gelden terugvorderingsbepalingen in nationale insolventiewetgeving op grond waarvan de curator of een rechtbank de verkoop van de onderliggende blootstellingen nietig kan verklaren in geval van frauduleuze overdrachten, oneerlijke benadeling van crediteuren of overdrachten die zijn bedoeld om bepaalde crediteuren te bevoordelen boven andere, niet als strenge terugvorderingsbepalingen.
4.
Indien de verkoper niet de oorspronkelijke kredietverstrekker is, dienen de true sale, cessie of overdracht met dezelfde rechtsgevolgen van de onderliggende blootstelling aan de verkoper, te voldoen aan de vereisten in de leden 1 tot en met 3, ongeacht of die true sale, cessie of overdracht met dezelfde rechtsgevolgen rechtstreeks of via één of meer tussenstappen plaatsvindt.
5.
Indien de overdracht van de onderliggende blootstellingen door middel van een cessie is uitgevoerd en in een later stadium dan bij het afsluiten van de transactie is voltooid, omvatten de triggers voor het bewerkstelligen van een dergelijke voltooiing ten minste de volgende gebeurtenissen:
- a)
ernstige verslechtering van de kredietwaardigheid van de verkoper;
- b)
insolventie van de verkoper, en
- c)
niet-geremedieerde inbreuken op contractuele verplichtingen door de verkoper, zoals wanbetaling door de verkoper.
6.
De verkoper verstrekt verklaringen en garanties dat, voor zover hem bekend, de onderliggende blootstellingen die de securitisatie omvat niet bezwaard zijn of anderszins in een toestand verkeren waarvan te voorzien is dat deze een negatieve invloed zal hebben op de afdwingbaarheid van de true sale, cessie of overdracht met dezelfde rechtsgevolgen.
7.
De onderliggende blootstellingen die de verkoper overdraagt of cedeert aan de SSPE, voldoen aan vooraf vastgestelde, duidelijke en gedocumenteerde toelaatbaarheidscriteria die geen ruimte laten voor actief portefeuillebeheer van die blootstellingen op discretionaire basis. Voor de toepassing van dit lid mag vervanging van blootstellingen die de verklaringen en garanties schenden, niet als actief portefeuillebeheer worden beschouwd. De na het afsluiten van de transactie aan de SSPE overgedragen blootstellingen moeten voldoen aan de toelaatbaarheidscriteria die voor de oorspronkelijke onderliggende blootstellingen gelden.
8.
De onderliggende blootstellingen bevatten geen securitisatieposities.
9.
De onderliggende blootstellingen worden na selectie onverwijld aan de SSPE overgedragen en omvatten op het moment van selectie geen blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling in de zin van artikel 178, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 of blootstellingen met betrekking tot een debiteur of garantiegever met aangetaste kredietwaardigheid die, voor zover de initiator of de oorspronkelijke kredietverstrekker bekend:
- a)
binnen drie jaar voor de datum van initiëring insolvent is verklaard of ten aanzien van wie een rechtbank de crediteuren als gevolg van wanbetaling een definitief, niet voor beroep vatbaar recht van afdwinging van naleving van contract of materiële schadevergoeding heeft toegekend, of die in de drie jaar voorafgaand aan de datum van overdracht of cessie van de onderliggende blootstellingen aan de SSPE een schuldherstructureringsproces met betrekking tot zijn niet-renderende blootstellingen heeft ondergaan, tenzij:
- i)
een geherstructureerde onderliggende blootstelling geen nieuwe betalingsachterstand heeft vertoond sinds de datum van de herstructurering, die ten minste één jaar vóór de datum van overdracht of cessie van de onderliggende blootstellingen aan de SSPE moet hebben plaatsgevonden, en
- ii)
in de informatie die overeenkomstig artikel 7, lid 1, eerste alinea, onder a) en onder e), i), door de initiator, de sponsor en de SSPE is verstrekt, uitdrukkelijk het aandeel geherstructureerde onderliggende blootstellingen, het tijdstip en de details van de herstructurering, alsmede het rendement ervan sinds het tijdstip van de herstructurering zijn vermeld;
- b)
op het moment van initiëring, in voorkomend geval, vermeld staat in een openbaar kredietregister van personen met een ongunstig kredietverleden of, als er geen dergelijk openbaar kredietregister is, in een ander kredietregister dat voor de initiator of de oorspronkelijke kredietverstrekker toegankelijk is, of
- c)
een kredietbeoordeling of een kredietscore heeft waaruit blijkt dat het risico dat contractueel overeengekomen betalingen niet worden gedaan significant hoger is dan voor vergelijkbare, niet-gesecuritiseerde blootstellingen in het bezit van de initiator.
10.
De debiteuren hebben op het moment van overdracht van de blootstellingen ten minste één betaling gedaan, behalve in geval van revolverende securitisaties die gedekt worden door blootstellingen die in één termijn te betalen zijn of een looptijd van minder dan één jaar hebben, inclusief, zonder beperking, maandelijkse betalingen voor doorlopende kredieten.
11.
De structuur van de terugbetaling van de houders van de securitisatieposities is niet van dien aard dat de terugbetaling overwegend afhankelijk is van de verkoop van activa die de onderliggende blootstellingen dekken. Dit belet niet dat dergelijke activa vervolgens worden doorgerold of geherfinancierd.
De terugbetaling van de houders van de securitisatieposities waarvan de onderliggende blootstellingen gedekt worden door activa waarvan de waarde wordt gegarandeerd of volledig opgevangen door een terugkoopverplichting van de verkoper van de activa die de onderliggende blootstellingen dekken of van een andere derde, wordt niet afhankelijk geacht van de verkoop van activa die de onderliggende blootstellingen dekken.
12.
Het rente- en het valutarisico uit hoofde van de securitisatie worden op passende wijze gelimiteerd, en over de daartoe genomen maatregelen wordt informatie verschaft. Tenzij voor het afdekken van rente- of valutarisico, sluit de SSPE geen derivatencontracten en zorgt zij ervoor dat de pool van onderliggende blootstellingen geen derivaten bevat. Deze derivaten worden volgens de in de internationale financiering gebruikelijke normen overgenomen en gedocumenteerd.
13.
De transactiedocumentatie bevat, in duidelijke en consistente bewoordingen, definities, remedies en maatregelen met betrekking tot achterstalligheid en wanbetaling van debiteuren, schuldherstructurering, schuldkwijtschelding, respijt, aflossingsvrije perioden, verliezen, oninbare schulden, terugvorderingen en andere remedies met betrekking tot de prestaties van activa. In de transactiedocumentatie staat duidelijk vermeld wat de betalingsrangorde is, welke gebeurtenissen een trigger zijn voor wijzigingen in deze betalingsrangorde, alsmede dat het verplicht is om dergelijke gebeurtenissen te rapporteren. Elke wijziging in de betalingsrangorde die materieel een negatieve invloed zal hebben op de terugbetaling van de securitisatiepositie, wordt onverwijld aan de beleggers gerapporteerd.
14.
De initiator en de sponsor stellen potentiële beleggers vóór de prijsstelling gegevens ter beschikking over statische en dynamische historische wanbetalings- en verliesprestaties met betrekking tot blootstellingen die substantieel vergelijkbaar zijn met die welke zijn gesecuritiseerd, zoals gegevens over achterstalligheid en wanbetaling, alsook de bronnen van die gegevens en de basis voor het claimen van vergelijkbaarheid. Indien de sponsor geen toegang tot dergelijke gegevens heeft, verschaft de verkoper hem op een statische of dynamische wijze toegang tot gegevens over historische prestaties met betrekking tot blootstellingen die substantieel vergelijkbaar zijn met die welke zijn gesecuritiseerd, zoals gegevens over achterstalligheid en wanbetaling. Al die gegevens bestrijken een termijn van ten minste vijf jaar, met uitzondering van gegevens met betrekking tot handelsvorderingen en andere kortlopende vorderingen, waarvoor de gegevensreeks ten minste drie jaar beslaat.
15.
ABCP-transacties worden gedekt door een pool van onderliggende blootstellingen die homogeen zijn qua type activa, rekening houdend met de kenmerken die verband houden met de kasstromen van verschillende types activa, waaronder de contractuele, kredietrisico- en vervroegdeaflossingskenmerken ervan. Een pool van onderliggende blootstellingen omvat slechts één type activa.
De pool van onderliggende blootstellingen heeft een gewogen gemiddelde overblijvende looptijd van niet meer dan één jaar en geen van de onderliggende blootstellingen heeft een resterende looptijd van meer dan drie jaar.
In afwijking van de tweede alinea, hebben autoleningen, autoleases en materieel-leasetransacties een gewogen gemiddelde overblijvende looptijd van niet meer dan drieënhalf jaar en heeft geen van de onderliggende blootstellingen een resterende looptijd van meer dan zes jaar.
De onderliggende blootstellingen bevatten geen leningen die gedekt zijn door hypothecaire leningen voor woondoeleinden of zakelijke doeleinden of volledig gedekte woonkredieten als bedoeld in Verordening (EU) nr. 575/2013, artikel 129, lid 1, eerste alinea, onder e). De onderliggende blootstellingen bevatten verplichtingen die contractueel bindend en afdwingbaar zijn, met volledig verhaalsrecht op debiteuren en met welomschreven betalingsstromen in verband met huur, hoofdsom, rente, of met betrekking tot een ander recht om baten te ontvangen uit hoofde van activa die dergelijke betalingen rechtvaardigen. De onderliggende blootstellingen kunnen ook opbrengsten genereren uit de verkoop van gefinancierde of geleasede activa. De onderliggende blootstellingen bevatten geen andere effecten, als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 44, van Richtlijn 2014/65/EU, dan bedrijfsobligaties die niet op een handelsplatform zijn genoteerd.
16.
De referentierentebetalingen in het kader van de activa en verplichtingen van de ABCP-transactie zijn gebaseerd op algemeen gebruikelijke marktrentevoeten, of op in de sector doorgaans gehanteerde rentevoeten die een weerspiegeling van de financieringskosten vormen, maar verwijzen niet naar complexe formules of derivaten. Referentierentebetalingen in het kader van de verplichtingen van de ABCP-transactie kunnen gebaseerd zijn op rentevoeten die een weerspiegeling vormen van de financieringskosten van het ABCP-programma.
17.
Na wanbetaling van de verkoper of een vervroegdebetalingsgebeurtenis:
- a)
komt maximaal het bedrag aan contanten in de SSPE vast te zitten dat benodigd is om het operationeel functioneren van de SSPE te waarborgen of om beleggers ordentelijk overeenkomstig de contractvoorwaarden van de securitisatie te kunnen terugbetalen, tenzij in uitzonderlijke omstandigheden waarin, in het belang van de beleggers, een bedrag moet worden vastgezet om te worden aangewend voor uitgaven waarmee wordt voorkomen dat de kredietwaardigheid van de onderliggende blootstellingen verslechtert;
- b)
worden uit hoofde van de onderliggende blootstellingen ontvangen hoofdsommen aan de beleggers die een securitisatiepositie bezitten, doorgegeven via sequentiële betaling van de securitisatieposities, als bepaald door de rangorde van de securitisatiepositie, en
- c)
zijn er geen bepalingen die automatische liquidatie van de onderliggende blootstellingen tegen marktwaarde vergen.
18.
De onderliggende blootstellingen zijn geïnitieerd in het kader van de normale bedrijfsuitoefening van de verkoper krachtens afsluitstandaarden die niet minder streng zijn dan die welke de verkoper hanteert op het moment van de initiëring van soortgelijke blootstellingen die niet gesecuritiseerd zijn. Aan de sponsor en aan andere rechtstreeks aan de ABCP-transactie blootgestelde partijen wordt onverwijld alle informatie verschaft over de afsluitstandaarden krachtens welke de onderliggende blootstellingen zijn geïnitieerd, alsook over materiële wijzigingen van eerdere afsluitstandaarden. De verkoper moet over expertise beschikken in het initiëren van blootstellingen die vergelijkbaar zijn met die welke worden gesecuritiseerd.
19.
Indien een ABCP-transactie een revolverende securitisatie betreft, bevat de documentatie van de transactie triggers voor beëindiging van de doorroltermijn, waaronder ten minste de volgende:
- a)
een verslechtering van de kredietkwaliteit van de onderliggende blootstellingen tot of beneden een vooraf bepaalde drempel, en
- b)
het intreden van een insolventiegerelateerde gebeurtenis met betrekking tot de verkoper of de servicer.
20.
De transactiedocumentatie vermeldt duidelijk:
- a)
de contractuele verplichtingen, taken en verantwoordelijkheden van de sponsor, de servicer en de eventuele trustee, en van andere aanbieders van verwante diensten;
- b)
de processen en verantwoordelijkheden die noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat een wanbetaling of insolventie van de servicer niet in een beëindiging van de servicing resulteert;
- c)
bepalingen die zorgen voor de vervanging van tegenpartijen bij derivaten en de rekeninghoudende bank bij wanbetaling, insolventie en andere vermelde gebeurtenissen, indien van toepassing, en
- d)
op welke wijze de sponsor aan de vereisten van artikel 25, lid 3, voldoet.
21.
De EBA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de ESMA en de Eiopa, ontwerpen van technische reguleringsnormen waarin nader wordt bepaald welke in lid 15 bedoelde onderliggende blootstellingen homogeen worden geacht.
De EBA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 18 juli 2018 bij de Commissie in.
De Commissie is bevoegd deze verordening aan te vullen door de in dit lid bedoelde technische reguleringsnormen volgens de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 vast te stellen.