RBP 2021/25
Insolventierecht. Wordt het geding in hoger beroep op de voet van art. 29 Fw geschorst, inden voor de dag van de faillietverklaring reeds uitspraak in eerste aanleg is gedaan, maar het hoger beroep tegen die uitspraak pas na de faillietverklaring aanhangig wordt gemaakt?
HR 18-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:2100
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 december 2020
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/00303
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- JCDI
JCDI:ADS260295:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:2100, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:741, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑08‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑01‑2020
- Wetingang
Essentie
Insolventierecht. Schorsingsregeling.
Wordt het geding in hoger beroep op de voet van art. 29 Fw geschorst, inden voor de dag van de faillietverklaring reeds uitspraak in eerste aanleg is gedaan, maar het hoger beroep tegen die uitspraak pas na de faillietverklaring aanhangig wordt gemaakt?
Samenvatting
Werkneemster heeft veroordeling verzocht van werkgeefster tot betaling van een transitievergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Op 9 januari 2019 heeft de kantonrechter het verzoek afgewezen. Op 5 april 2019 is werkgeefster failliet verklaard en is de curator benoemd. Werkneemster heeft op 8 april 2019 hoger beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.