V-N 2019/51.16
Crisisheffing niet in strijd met EU-recht
HR 25-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1624, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 oktober 2019
- Magistraten
De Groot, Overgaauw, Fierstra, Wortel, Cools
- Zaaknummer
18/04670
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS92084:1
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Eindheffing
Europees belastingrecht / Europese verdragsvrijheden
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑10‑2019
ECLI:NL:HR:2019:1624, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:633, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑06‑2019
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de crisisheffing geen schending oplevert van het vrij verkeer van werknemers. Er is geen sprake van discriminatie, omdat de crisisheffing geen onderscheid maakt naar nationaliteit of woonplaats.
Samenvatting
X bv is het niet eens met de door haar afgedragen crisisheffing van € 556.029 voor haar enige werknemer D. D woont in Oostenrijk en is per 1 september 2012 niet meer in dienst van X bv. Volgens X bv is de heffing in strijd met de goede trouw tussen Nederland en Oostenrijk. X bv gaat in (sprong)cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat de crisisheffing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.