JOW 2004, 34
wederrechtelijk verkregen voordeel; termijnbetaling; termijnen
HR 25-05-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO2272
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 mei 2004
- Magistraten
Koster, Urlings, Corstens, Balkema, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
01572/03P
- Conclusie
A-G Mr Wortel
- LJN
AO2272
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO2272, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑05‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO2272, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑05‑2004
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑07‑2003
- Wetingang
Essentie
wederrechtelijk verkregen voordeel; termijnbetaling; termijnen
Samenvatting
Betrokkene is door het Hof veroordeeld, waarbij hem als maatregel ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel een betalingsverplichting is opgelegd van € 250.992,88.
Het Hof heeft bepaald dat dit bedrag betaald mag worden in 368 maandelijkse termijnen van € 680,67 en een laatste termijn van € 506,32. Het door het openbaar ministerie ingestelde cassatieberoep behelst de klacht dat het Hof zich in strijd met art. 577b, eerste lid, Sv in verband met art. 561, derde lid, Sv bevoegd heeft geoordeeld om naar analogie van art. 24a, eerste lid, Sr de veroordeelde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.